Digitale geletterdheid en taalvaardigheid. De leraren Nederlands aan zet
Update Volledig artikel inmiddels te lezen via mijn Academia.edu pagina
In mei 2018 is mijn artikel verschenen Digitale geletterdheid en taalvaardigheid. De leraren Nederlands aan zet in In Levende Talen Magazine nr. 4. Ik publiceer hier een voorproefje met delen uit het artikel. Een appetizer, dus.
(…) De laatste tijd staat digitale geletterdheid sterk in de belangstelling. Maar het is een heel brede term, die soms verwarring geeft. Digitale geletterdheid is ook gewoon een uitbreiding van geletterdheid, kunnen lezen en schrijven, maar dan online. Hiervoor is traditioneel taalonderwijs niet voldoende. Leerlingen geletterd maken is ons vak, dus hebben we een nieuwe uitdaging.
In een eerder artikel in LTM in 2014 stelde ik: ‘Vrijwel alle informatie staat tegenwoordig online en je bent functioneel ongeletterd als je daar niet mee om kan gaan. (…) En omdat de school leerlingen voorbereidt op de maatschappij, ligt daar een opdracht voor ons. Maar dat doen we nog niet’ (Clemens, 2014, p. 4).
Het is inmiddels meer dan drie jaar verder, en er is veel gebeurd. De term digitale geletterdheid is
geïntroduceerd en de overheid, SLO en Kennisnet zijn druk bezig kaders te scheppen, informatie te
geven en leer- en ontwikkellijnen te maken.1 Het ministerie van Onderwijs heeft in het rapport Ons
onderwijs2032 duidelijk gemaakt dat digitale geletterdheid van groot belang is en in het curriculum
aandacht moet krijgen. Er is zelfs een apart domein voor geïntroduceerd, ‘Digitale Geletterdheid’.
Maar ook wordt expliciet naar het vak Nederlands verwezen: ‘Ook kritisch teksten lezen en bespreken
en leren omgaan met het steeds grotere aantal informatiebronnen verdienen meer aandacht. Digitale
teksten en beelden komen steeds vaker in de plaats van papieren tekstvormen en ook daar moeten
leerlingen vaardig mee kunnen omgaan’ (Platform Onderwijs2032, 2016, p. 30). Ook heeft de SLO in
een vakspecifieke trendanalyse geconstateerd dat digitale geletterdheid een noodzakelijke toevoeging
aan het curriculum van Nederlands moet zijn (SLO, 2015). (…)
De definitie
(…)
De uitdaging
Dit betekent dat we onze lessen moeten aanpassen. Gelukkig is er al wat hulp beschikbaar. Zo zijn er
voorstellen voor leerlijnen voor onderdelen van digitale geletterdheid, gepresenteerd door de SLO en
via Kennisnet. En sinds november vorig jaar heeft Kennisnet een Handboek digitale geletterdheid
gepubliceerd, waarin digitale geletterdheid en Nederlands ook aandacht krijgt (zie <bit.ly/ltm-dghb>).
Er wordt dus gewerkt aan vernieuwing, maar er is nog nauwelijks lesmateriaal of nieuwe didactiek. Er
zijn nog geen nieuwe kerndoelen, eindtermen en schoolboeken.
Dat betekent dat we zelf aan de slag moeten gaan. Ik heb ervaring met het werken met
docentontwikkelteams. Dit blijkt een zeer effectieve manier van professionaliseren (Voogt, Pieters &
Handelzalts, 2016). (…)
Een voorbeeld
Ik geef een voorbeeld van een school die ervoor heeft gekozen digitale geletterdheid geïntegreerd aan
te pakken. Wat doen ze, waarom en hoe (…)
De toekomst
Als uitvloeisel van Onderwijs2032 zijn er ontwikkelteams gestart van Curriculum.nu, waarin leraren,
schoolleiders en scholen zich bezighouden met de vraag wat leerlingen in het primair en voortgezet
onderwijs moeten kennen en kunnen. Met de opbrengst van dit ontwikkelproces zullen kerndoelen en
eindtermen worden geactualiseerd. Er is een ontwikkelteam voor Nederlands en voor Digitale
Geletterdheid. Ik hoop dat beide ontwikkelteams heel goed contact met elkaar houden, zodat delen
van digitale geletterdheid geïntegreerd gaan worden in het vak Nederlands en digitale geletterdheid
geen apart vak wordt. (…)
Vaak wordt de vraag gesteld: ‘Digitale geletterdheid is toch van belang voor al het leren bij alle
vakken, niet alleen bij Nederlands?’ Dat is helemaal waar. Toch ben ik ervoor om Nederlands het
voortouw te laten nemen. Geletterdheid is al een hoofddoelstelling van het vak Nederlands. Het
implementeren van digitale geletterdheid in het vak past mooi bij de wens om Nederlands beter aan te
laten sluiten op de moderne tijd, waarin de meeste communicatie zich online afspeelt. Bovendien
biedt het de kans om wat wij vroeger taalbeleid noemden nu vanzelf en zonder de last van die term
een vlucht te laten nemen.
(…)